Minke Douwesz

Uit de besprekingen

Brabants Dagblad:
“De distantie van Douwesz’ vertel-en schrijftrant manifesteert zich in een tamelijk formeel en af en toe zelfs stijfjes gestileerd Nederlands waarin woorden als ‘zeer’, ‘reeds’ en ‘echter’ niet van de lucht zijn, ook in de weergave van de alledaagse conversatie. Af en toe breekt daar een onverholen pathos doorheen, dat in het slothoofdstuk, waarin de verwikkelingen min of meer tot een goed einde komen, zelfs bakvisachtige allures krijgt. Met dat al is Strikt een eigenaardig, zelfs bevreemdend boek.”
Vrij Nederland:
“Zeker, in het boek staan ook mooie en ontroerende passages. De idyllische momenten én de ontgoochelingen en misverstanden die met ontluikende liefde gepaard gaan, weet Douwesz te vangen in sfeervol proza. De episoden die spelen in de behandelkamer van dokter Wolters en op de bank bij haar analyticus geven een intrigerend beeld van de psychiatrische praktijk.”
Trouw:
“Het eerste dat opvalt aan het debuut van Minke Douwesz (1962) is de enorme omvang van haar roman. (…) Het knappe van de roman is nu dat al die verslagen van therapeutische sessies, waarin Idske zichzelf en haar patiënten beter leert kennen, een verbinding aangaan met het centrale gegeven van de liefde tussen de twee vrouwen. Het is alsof we een buiten-en binnenwereld betreden die zo groot zijn dat ze alleen in deze uitvoerige representatie tot hun recht kunnen komen. (…) De greep op de stof en de structuur is uitzonderlijk en de stijl is adequaat. Wat wil men meer?”
Het Parool:
“Het leven is stomweg te kort om (…) honderden bladzijden door te werken van een boek als dit.”
Opzij:
“Het is (…) niet eenvoudig te zeggen wat deze roman zo aantrekkelijk maakt. De ongewone ernst en toewijding die eruit spreken? De kalme vastberadenheid waarmee naar de laatste, bevrijdende bladzijden wordt toegewerkt? Het ontroerende verlangen om werkelijk iets te delen met anderen?”
De Volkskrant:
“Douwesz is een regelrechte nazaat van Voskuil en Vogels. Dit is de jaren-negentigversie en de lesbische variant. (…) Waarom, in godsnaam, moeten wij dit allemaal weten? Het duurt tergend lang, zeker een pagina of driehonderd, voor dat het antwoord te formuleren is. Dan is het tijd voor een beslissing: doorlezen of wegleggen? (…) De reden om door te lezen is ordinaire nieuwsgierigheid. (…) Krijgen ze elkaar, de dokter en de celliste?”
NRC Handelsblad: “Strikt van Minke Douwesz is een doorleefd verhaal over iemand die worstelt met haar gevoelens, ambities, liefde en werk. (…) Een schat aan materiaal glinstert onder de oppervlakte. Maar om dit goud te winnen is schrijverschap nodig, dat wil zeggen meesterschap over de taal. Op dit punt schiet dit debuut helaas zwaar tekort.”
Algemeen Dagblad:
“Een omhaal van woorden. Van héél veel woorden. Te veel woorden.”
Het Financieele Dagblad:
“Ja, als je A.F.Th. of A.F.Th. van der Heijden heet dan mag je schrijven in de breedte, maar als debutant is het op je tellen passen. (…) Zodra het (…) te lang begint te duren is de schrijver de eerste die haar personages bespot. (…) Douwesz beheerst de onderkoelde humor die je vaak aan het glimlachen maakt. Mede daardoor is het heerlijk om je in dit debuut onder te dompelen. Hoewel de taal aan het begin nog wat houterig-gekunsteld aandoet (…) komt Douwesz na 150 pagina’s zodanig op dreef dat iedere onderbreking tijdens het lezen een teleurstelling is.”
Leeuwarder Courant:
“Wat men ook van Strikt, het lijvige debuut van Minke Douwesz, mag denken, het staat in ieder geval vast dat de school van J.J. Voskuil en Frida Vogels een begaafde leerling heeft voortgebracht. Met grote inzet beschrijft zij op dagboekachtige wijze het eigen leven, in de hoop daarin patronen te ontdekken en zo zichzelf en anderen beter te begrijpen. Haast is daarbij uit den boze. (…) Douwesz beschikt over een mooie, zorgvuldige, gedragen stijl.”
Zij aan zij:
“(…) het is de voortgang der zinnen die dit boek onweerstaanbaar maakt. (…) Dit boek verdient één van de beste uitgevers van Nederland. Sterker nog: het verdient minimaal op de shortlist van de Libris Literatuur Prijs te komen. En het verdient zeker om door alle lesbiennes van Nederland en Vlaanderen te worden gelezen.”
De Moanne :
“Het verrassende van dit lijvige boekwerk is dat je als lezer geboeid, (…) zelfs geobsedeerd blijft doorlezen. (…) Ze schrijft in een haast ambachtelijke en beslist heldere stijl. (…) Een schrijfster die het nauwelijks meer gebruikte woord ‘placht’ durft te gebruiken verdient een pluim. Haar beschrijvingen zijn filmisch gedetailleerd.”
Parmentier:
“In de recensies over het debuut Strikt (2003) van Minke Douwesz wordt dit boek vaak in één adem vergeleken met de romancyclus Het Bureau van J.J. Voskuil en de trilogie De harde kern van Frida Vogels. Die vergelijking ligt voor de hand. Douwesz’ debuut is bij dezelfde uitgever verschenen en heeft verder de omvang met ze gemeen. Ook de schrijfstijl – nauwgezet, (hyper)realistisch, ‘volledig’ – vertoont belangrijke overeenkomst met de andere twee boeken. (…)Toch zijn de verschillen tussen Het Bureau en Strikt op het tweede gezicht belangrijker dan de overeenkomsten. Die verschillen hebben niet zozeer betrekking op het verschil in verdichting, dat in Strikt groter lijkt dan in Het Bureau. (…) Het verschil heeft bovenal te maken met een wezenlijk verschil in mentaliteit en levensinstelling van de hoofdpersonen van de twee romans. Psychiater Idske Wolters in Strikt onderzoekt nauwgezet haar eigen psyche en die van anderen, is oprecht geïnteresseerd in het binnenleven en welbevinden van anderen, is enthousiast en betrokken over wat ze meemaakt en ziet, en bovenal: ze is niet bang om te veranderen.(…)
Strikt is een ontroerend en waarachtig portret van de van aanvang af ingewikkelde relatie tussen Idske en Judith, dat op meesterlijke wijze in de hand gehouden wordt: de lezer blijft zevenhonderd (!) bladzijden lang benieuwd naar de afloop van het verhaal dat ogenschijnlijk natuurlijk verloopt, maar in feite perfect gecomponeerd is.”